Een lied uit de diepte
1 Een bedevaartslied.
Uit de diepten roep ik tot U, o HERE.
2 Here, hoor naar mijn stem;
laten uw oren opmerkende zijn
op mijn luide smekingen.
3 Als Gij, HERE, de ongerechtigheden in gedachtenis houdt,
Here, wie zal bestaan?
4 Maar bij U is vergeving,
opdat Gij gevreesd wordt.
5 Ik verwacht de HERE,
mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord;
6 mijn ziel wacht op de Here,
meer dan wachters op de morgen,
wachters op de morgen.
7 Israël hope op de HERE,
want bij de HERE is goedertierenheid,
bij Hem is veel verlossing;
8 Hij zelf zal Israël verlossen
van al zijn ongerechtigheden.
|